Deze maand zijn er al verschillende vogelwintergasten gearriveerd.
Wintertalingen, de kleinste eendjes die in Nederland voorkomen, zwemmen al een aantal weken in de sloten. Ze zijn nog niet klaar met ruien, vooral de mannen zien er nog een beetje vlekkerig uit. Wanneer de rui voorbij is zien ze er schitterend uit met een donkergroen/ roodbruine kop met felgele streepjes. Ze blijven tot maart, waarna ze naar hun broedgebieden vliegen.
De afgelopen weken heb ik verschillende slobeenden zien zwemmen, duidelijk te herkennen aan hun grote spatelvormige snavel en ook deze zijn nog in de rui. De man is nu vrij donker en vlekkerig en lijkt wat meer op een vrouw slobeend, maar met een felgeel oog. Over een aantal weken ziet zijn nieuwe verenpak er schitterend uit, met donkergroene kop, witte borst en roodbruine flanken.
Hopelijk blijven ze nog even in ons gebied en gebruiken ze het niet alleen om te ruien.
Met veel geluk kun je zelfs watersnippen zien, maar die zijn nogal klein en enorm goed gecamoufleerd. Meestal zie je ze pas wanneer ze opvliegen, waarbij ze snel zigzaggend wegvliegen.
Aalscholvers zie ik elke dag in de sloten om de weitjes. Soms zitten ze langs de kant hun vleugels te drogen, want ze hebben geen ‘vet klier’ zoals de meeste vogels om hun verenpak waterdicht te maken. Wanneer je hun kop van dichtbij ziet herken je de dinosauriër waar ze verre familie van zijn.
Ook kun je het hele jaar de groene specht tegenkomen wanneer je langs de busbaan loopt of fietst, soms hoor je alleen hun roep ‘kluuh kluuh kluuh’ wanneer ze voorbij vliegen, maar af en toe zie je ze zoekend in de weitjes naar mieren.
Wiebe Maliepaard.
Prachtige foto’s en bovendien een leerzame uitleg over de vogels zo dichtbij, in ons eigen dorp.
Wat een mooie foto’s zeg. En wat leuk dat deze prachtige dieren in Duivendrecht te zien zijn, maar daar moet je wel een speciale blik voor hebben om ze in de natuur te spotten. Ik ga er in ieder geval wel wat beter op letten of ik ze ook ergens in Duivendrecht zie.
Reacties zijn gesloten.