Voor dit deel van de serie over de Molenkade had ik een interview met Truus Schelling, dochter van de brandstoffenhandelaar Steef Schelling op de Molenkade. En passant haalde Truus ook nog wat jeugdherinneringen op.
De firma Schelling was gevestigd op Molenkade 7a, aan het gedeelte van de Molenkade dat in de jaren-80 moest verdwijnen voor de aanleg van de A10 en de Gooiseweg. De firma zat in het hoge huis in het midden van bovenstaande foto. Het woonhuis van de familie Schelling bevond zich op de eerste etage. Als Truus thuiskwam na school liep ze met de fiets een soort loopplank op, naar een zoldertje. Via dat zoldertje en een trap kwam je buitenom terecht in de keuken van het woonhuis. Dit was de dagelijkse ingang. Voor het ‘sjieke’ bezoek, of op zondag, wanneer je nette kleding en nette schoentjes aanhad, ging je via de voordeur naast de garage naar binnen. Je kwam dan in een hal en meteen er na was er een trap naar boven.

In het pand zat een grote poort waar een kleine vrachtwagen in kon waarmee de kolen werden vervoerd. Hier konden particulieren ook hun brandstof kopen; in de ruimte achter de poort lagen veel papieren zakken met kolen en turf.

De kolen die verkocht werd moest natuurlijk ook aangevoerd worden. Bij de Duivendrechtse brug was een inham, of haventje, en hier kwam op gezette tijden de kolenboot aan. Via een lopende band (jacobsladder) werd de kolen uit de boot geladen, en de kolen vielen dan in de vrachtauto van Schelling. Na het lossen reed de auto een eindje terug via de Molenkade, rechts langs de witte huizen een breed pad in, en achter de huizen langs naar de opslag. Daar werd de kolen weer uitgeladen. Het hele gebeuren was een erg stoffige aangelegenheid en Schelling ging dan ook de dag ervoor bij de directe buren Peters en Ruigrok van de Werve langs om te waarschuwen dat morgen de kolenboot weer langskwam, en dat ze bijvoorbeeld die dag de was niet buiten moesten hangen!

De kolenauto werd ook gebruikt om de kolen bij de mensen af te leveren. Dat ging per mud (100 liter, voor kolen al gauw 40-50 kg!), verpakt in juten zakken. Schelling ging dan met die zware zakken de trappen op in Duivendrecht, de Watergraafsmeer en in Betondorp. Er was antraciet (de duurdere soort kolen, die ook langer brandden), eierkolen, turfbriketten en ook aanmaakhout. Later werd er ook benzine verkocht; moeder Schelling was pompbediende. Dit heeft niet zo heel lang geduurd. Toen Nederland aan het gas ging in de jaren-60, hield de kolenhandel op te bestaan.

Truus heeft veel geschaatst op de Weespertrekvaart. Deze was in haar herinnering altijd heel snel dichtgevroren. In de zomer werd er gezwommen bij het haventje. Zwemles kreeg je met een touw om je middel. Het water was in die tijd niet fris. De schepen lekten regelmatig olie en het water was steeds bedekt met een dun vliesje olie. Na het zwemmen moesten alle kinderen meteen onder de douche!

Truus heeft de hele kleuterschool en lagere school op de St Joannesschool gezeten, 8 jaar dus. In de zesde klas had ze de heer Bekema als onderwijzer gehad, hoofd van de school. Daarna volgde ze de middelbare school in Amsterdam en een opleiding voor kleuterjuf in Haarlem. In die tijd was het moeilijk om werk te vinden: Truus en haar vriendinnen hadden geen van allen werk. Op een dag tijdens een vakantie kreeg vader Schelling een telefoontje van de heer Bekema. Een kleuterleidster was plotseling vertrokken en maandag zou de klas zonder leidster zitten. Of Truus op de school als kleuterjuf wilde beginnen? Ze sprong een gat in de lucht… natuurlijk! Het telefoontje kwam op een donderdag en de vakantie werd meteen afgebroken om maandag te kunnen beginnen. Truus was toen 20 en is 7 jaar kleuterleidster geweest. Op haar ‘oude’ school. Leuk te vermelden is dat ze enkele kinderen in de klas kreeg van haar toenmalige klasgenootjes, nog maar enkele jaren daarvoor!
Hartelijk dank aan Truus voor dit leuke interview!
Heeft u opmerkingen of aanvullingen? Laat het ons dan weten. Plaats een reactie of stuur ons een email.

Op de foto’s bij dit artikel (hierboven nog eens afgebeeld) zien we rechts van de kolenhandel een opmerkelijk pand, in de jaren-20 stijl, wit met donkere accenten van baksteen, of zijn het tegeltjes? In dit mooie gebouw hebben ook bedrijven gezeten. Van rechts naar links, schildersbedrijf van Eekeren, kruidenier Zandstra en timmerbedrijf Ruigrok van de Werve. Over dat laatste bedrijf is indertijd in Oud-Duivendrechtse Saecken geschreven; volg deze link. Meer informatie over deze fraaie huizen en verhalen over hun bewoners blijven bij de Stichting Oud-Duivendrecht van harte welkom.
Bas Smeulders
Hoofdfoto en uitvergroting: J.M. Arsath Ro’is, Stadsarchief Amsterdam.
Andere foto’s: collecties Stichting Oud-Duivendrecht en Truus Schelling.
Is Joop Meerleveld familie van Meerleveld Diemen Infra aan de Stammerdijk?
Een mooi verhaal. Op dit moment draait er een interessante film in de bioscoop die speelt in 1985 in Ierland met een kolenhandelaar in de hoofdrol:
Small Things Like These
Groeten Arnout Kaaij
De opa van Truus zat in het armbestuur van de RK parochie Sint Urbanus. Leuk om het interview met Truus te lezen.
Reacties zijn gesloten.