Ga naar de inhoud

De laatste boer van Duivendrecht

Soms krijgen we artikelen toegestuurd die de moeite waard zijn om onder de aandacht te brengen.
Zoals hieronder een artikel uit de Volkskrant van 1998 en een artikel uit Trouw van 2003.

PETER VAN DEN BERG − 19/03/98, VOLKSKRANT

Langzaam maar zeker valt het doek voor twee boerderijen in de dorpskom van Duivendrecht, onder de rook van Amsterdam. De hoogbejaarde boer melkt er nog zijn koeien, maar de moderne tijd – in de vorm van stadspark, treinverkeer en nieuwbouw – rukt op….

OP HONDERD meter van de plek waar de trein naar Schiphol voorbijraast, staat de tijd stil. De technologie van NS-station Duivendrecht strandt hier op de ongrijpbare geur van hooi en mest. Dertig jonge koeien staan dampend in de stal en trekken aan hun kettingen. Enkele peertjes, ingeweven in jarenoud spinrag, verlichten het plafond. Op de raamkozijnen rust een laag stof, waarin de geschiedenis van de boerderij valt te schrijven. ‘Alles is nog authentiek, zoals het was’, mijmert Gerard Werkman. Hij is één van de duizend bewoners van Duivendrecht die pleit voor behoud van twee boerderijen die karakteristiek zijn voor het dorp.

Trein- en metroreizigers kennen de twee torens als baken van Duivendrecht. Pal naast het spoor- en metrotracé ligt de rooms-katholieke St. Urbanuskerk. Daarachter staan al meer dan honderd jaar die twee boerderijen: St. Antoniushoeve en Sophia’s Hoeve. De laatste wordt bewoond door een oude boer, die de dorpsbewoners aanduiden als ‘kluizenaar’. In de andere boerderij melkt de bijna tachtigjarige Fred van Schaik nog dagelijks zijn koeien. Zwijgend.

Hoe lang zal het nog duren voordat de laatste nog in bedrijf zijnde boerderij aan de zuidkant van Amsterdam wordt weggewalst, vraagt Werkman zich af. De gemeente Ouder-Amstel, waartoe Duivendrecht behoort, wil de gebouwen ‘amoveren’, zoals burgemeester C. de Groot het noemt. Slopen, in gewone mensentaal.

‘Maar waarom’, willen de dorpsbewoners weten. ‘Als je dit afbreekt, is er niets authentieks meer over’, zeggen de overburen Peter en Marjo Griffejoen. ‘Hier kun je kinderen nog iets over de geschiedenis laten zien. Moet je alleen naar de economische aspecten kijken? Hoeveel een stuk grond opbrengt? Is het cultureel erfgoed, de historische waarde, misschien niet van groter belang?’

Burgemeester De Groot van Ouder-Amstel voelt zich in zijn werkkamer van het raadhuis te Ouderkerk aangesproken. ‘Ik ben geen cultuurbarbaar, ben landelijk voorzitter van de vereniging De Hollandsche Molen. Ik heb juist een zwak voor monumenten. Maar dat zijn die boerderijen helemaal niet. Ze liggen wat verscholen, versnipperd op een stuk land aan een spoordijk. Ze appelleren aan wat nostalgie. Ik krijg er echt geen tranen van in de ogen als ze straks wegzijn.’

‘Bij Sophia’s Hoeve komt binnenkort de deurwaarder langs’, verduidelijkt De Groot. ‘De bewoner moet eruit.’ Van de Antoniushoeve wordt in mei de pacht opgezegd. ‘Eigenlijk is het een onverklaarbaar bewoonde boerderij. Weliswaar zijn de boerderijen beeldbepalend voor de oude kern van Duivendrecht, maar de fundamenten zijn slecht en bovendien staan ze niet op de monumentenlijst. De gemeenteraad heeft unaniem besloten dat ze moeten worden afgebroken.

‘Ouder-Amstel is niet langer bereid huisbaas te zijn voor de bewoners van de boerderijen’, geeft de burgemeester aan. Als ze weg zijn, komt ook de kerk, die er overigens even lang staat als de hoeven, ‘beter tot zijn recht’, vindt De Groot. Er is een structuurplan voor het gebied opgesteld. Op de plek van de boerderijen en het land daarachter komt een wandelparkje met wat bruggetjes. Daarnaast denkt de gemeente aan de bouw van tien tot twaalf woningen. De gronduitgifte daarvoor draagt de kosten voor het hele gebied.

BOER FRED van Schaik is geen prater en houdt evenmin van bezoek. Zeker niet na vorig jaar toen vier mannen hem tijdens het melken overvielen. Eén greep de bejaarde boer vast, de anderen braken kasten en deuren open. Sindsdien waakt hond Roof over de hoeve. Iemand die ongevraagd het erf betreedt, kan op een warm onthaal rekenen.

‘Het heeft zes jaar geduurd voor ik de boerderij op mocht’, zegt zijn buurman Gerard Werkman. Hij herinnert zich de tijd dat de Rijksstraatweg nog doorliep naar Ouderkerk. Begin jaren zeventig werd de weg afgesloten toen de metro naar de Bijlmermeer werd aangelegd. De oude dorpskern van Duivendrecht werd gedeeltelijk weggevaagd.

Waar Amsterdam in de Nieuwmarktbuurt te hoop liep tegen de metrobouw, bekommerde zich niemand om Duivendrecht. Bakker, sigarenwinkel, kapper, slager, smederij, benzinepomp, fietsenwinkel, groentenman en melkboer verdwenen. Talloze huizen werden met de grond gelijk gemaakt, evenals vele boerderijen.

‘De eerste steen, gelegd door Adrianus Petrus Bon en Maria Post, 1 juni 1889’, staat nog goed leesbaar naast de voordeur van St. Antoniushoeve. De bomen in de voortuin staan in de knop.

‘Het menselijke aspect is een probleem’, zegt De Groot over het lot van de boer die 79 jaar oud is. ‘Daarmee moeten we zorgvuldig omgaan. Maar het is natuurlijk onmogelijk behoorlijk te leven onder die omstandigheden. We moeten die man tegen zichzelf in bescherming nemen. Op zo’n leeftijd moet hij aan een betere woonruimte geholpen worden.’

‘Verkassen van zo’n oude man wordt onherroepelijk zijn dood’, roept Werkman, de buurman. Hij woont al dertig jaar tegenover de boerderijen en verleent hand- en spandiensten aan boer Fred. ‘Het gaat hier niet alleen om het aangezicht van het oude Duivendrecht, een heel klein stukje historie dat nog over is. Ook het menselijke aspect speelt een rol. De pastoor van de kerk maakt zich ook sterk voor het behoud van de boerderij. De gebouwen zijn min of meer tegen zijn kerk aangebouwd. De gemeente wil het boek gewoon sluiten. Als het dak van de boerderij waait, of Fred dood onder de koeien wordt gevonden, is het probleem opgelost, denkt de gemeente.’

Hij toont wat foto’s. Het parochiehuis, de school tegenover de kerk, de benzinepomp in het dorp. ‘Toen het metrotracé werd aangelegd, is iedereen uitgekocht. Er woonden veel ouderen, te weinig om te protesteren.’ Hij herinnert zich hoe bijna dertig jaar geleden de bulldozers kwamen en de nog bewoonbare huizen werden gesloopt. Er gingen bakken zand over het gras en het was afgelopen. Zand, zand, zo dichtbij dat de deuren van zijn oude woning begonnen te klemmen. Hij zat er als een vorst, maar het zand kwam steeds dichterbij, tot zijn oude huis begon te kraken. Toen moest hij wel. Zal die geschiedenis zich opnieuw herhalen?

IN DE Oudheidskamer van Ouderkerk aan de Amstel valt te reconstrueren dat het eigenlijk nooit anders is geweest. Op een tekening uit 1757 staan de Groote Duyvendrechter Polder, de Venserpolder en de Bijlmermeer. Het gebied was bezaaid met boerderijen. Het metrostation Strandvliet is vernoemd naar de gelijknamige boerderij, die in 1972 werd gesloopt. Boerderij Bijlmer onderging hetzelfde lot. Duivendrecht, een buurtschap, kende er vele. ’t Is niet Anders, Weltevreden, Zeldenrust, Goed genoegen, Mijn Genoegen, Nooitgedacht. In de grondpapieren zijn al die namen te vinden, met het aantal koestallen en ‘staanplaatsen’ voor het vee. Boer Fred is de laatste in de rij die ‘geruimd’ moet worden.

‘Hij wil het liefst alleen maar op zijn eigen zijn.’ Bep Kolk (76) weet als niemand beter wat haar broer Fred bezielt. Zij werd met haar twaalf broers en zusters geboren op de St. Anthoniushoeve in 1921. Bep herinnert zich nog de schitterende tuin voor het huis, waar ze als kind speelde. Tussen de kippen, kalkoenen en eenden in de vrije natuur. Ze woont nu al decennia op de boerderij Mijn Genoegen, verderop in Duivendrecht. Die is wel behouden. ’s Zomers houdt ze er dertig schapen.

‘Die schapen zouden in het nieuwe parkje kunnen grazen, als de andere boerderijen verdwenen zijn. Ik zie het al helemaal voor me met die loslopende honden’, schampert ze. ‘Liggen er gelijk dertig dode schapen in het groen.’

Verdwijnen en wegkwijnen, zo wordt de oude kern van Duivendrecht aangetast. Vraag het Peter Griffejoen en zijn vrouw Marjo, die een dubbelhuis bewonen tegenover de twee boerderijen. ‘Als de kerk er niet had gestaan, was deze hele dorpskern al verdwenen. Wat er nu nog is, hebben we te danken aan de kerk. Dit laatste stukje is identiteitsbepalend voor het dorp. Maar we hebben de indruk dat de politieke partijen er maling aan hebben. Je zou de boerderijen een woonbestemming kunnen geven of er een medisch centrum kunnen beginnen’, opperen ze.

Er is wel sprake van tegenstrijdige belangen, geven de Griffejoens volmondig toe. ‘Wij vinden het zonde het allemaal af te breken, maar onze woning wordt aanzienlijk meer waard als je de plek hiertegenover ook een woonbestemming geeft. ‘Dit is nu nog een kleine oase, onder de rook van Amsterdam en Schiphol. Net zoiets als het oude Sloten, of de historische bebouwing bij het NS-station Sloterdijk. Laat het met rust, ga er niet plompverloren overheen.’

Als het zo belangrijk is, waarom heeft zich dan nog nooit iemand gemeld die de boerderijen wil kopen en opknappen, vraagt De Groot zich af? ‘Er is bij een enquête gevraagd ”Bent u voor behoud van het dorpsgezicht van Duivendrecht”. Logisch dat iedereen voor was. Maar er is niet bij gezegd dat behoud ook betekent dat er meer belastinggeld moet worden betaald.’

EEN REFERENDUM? De Groot heft de handen bijna ten hemel. ‘Dat zou ik alleen loslaten op een onderwerp dat van belang is voor de hele gemeente. Ik kan bewoners van een nieuwbouwwijk in Ouderkerk toch niet opzadelen met een referendum over twee boerderijen in Duivendrecht? Dat vind ik een heel zwaar middel.’

Werkman heeft vorige week de dakgoot van de St. Antoniushoeve nog schoongemaakt. Op z’n knieën, met een blauwe overall aan, schept de koster van de Urbanuskerk de prut uit een putje bij de boerderij. Met een soeplepel. ‘Het loopt niet meer door’, verzucht hij. Achter zijn rug raast honderd meter verder de trein richting Schiphol. Zonder zich één ogenblik druk te maken over de commotie rond zijn boerderij werkt boer Fred onverstoorbaar verder. In de stal loeien zijn koeien. Boven het geraas van de trein uit.

Boerderij na zelfmoord tot monument verklaard – Trouw 2003

Tegen wil en dank heeft de gemeente Ouder-Amstel er onlangs twee Rijksmonumenten bij gekregen. De gemeente ziet ze als gewone pachtboerderijen, die staan in een gebied dat er nuchter bekeken om vraagt bebouwd te worden-met woningen, kantoren of een wandelpark. Zo niet de raad voor cultuur. Die vindt het uitzonderlijk gave voorbeelden van 19de eeuwse weideboerderijen, met een waarde die ‘het lokale verre overstijgt’.
Monic Slingerland5 september 2003, 00:00

De boerderijen, Sophia’s hoeve en Anthoniushoeve, liggen tegen station Duivendrecht aan. Op de eenvoudiger Sophia’s hoeve woonden altijd protestantse boeren, op de rijkere Anthoniushoeve katholieke. Vanaf de metro en de trein zijn de hoeves te zien, een ouderwets stukje agrarisch Nederland midden tussen de flats, de Arena en de Makro van Amsterdam-Zuid-Oost.,,Deze grond is goud waard”, zegt Ans Quirijnen van de stichting Oud-Duivendrecht, die zich als een terriër heeft ingezet om de laatste boerderijen van Duivendrecht te behoeden voor sloop. Er is een recessie en een op de vijf kantoren in Amsterdam staat leeg, maar toch is de begerige hand van de kantorenbouwer te voelen.

Ans, bezorgd: ,,Op het bestemmingsplan is dit weiland grijs, dat betekent bebouwing.”Tegen het talud van de metro lopen de zes kalfjes van Fred van Schaick, de boer van de Anthoniushoeve. Hij is de laatste boer van Duivendrecht, Anthoniushoeve is zijn ouderlijk huis. Hij slaapt er in de bedstee, loopt door de groene kamer die ook al groen was toen hij een jongetje was en heeft nog een waterfornuis, een zeldzaam toestel waarmee waswater warm gemaakt wordt. De 84-jarige Ferd is nooit getrouwd en dat is misschien maar gelukkig ook, want daardoor is de boerderij gebleven zoals die was. Mannen als Ferd talen niet naar een inbouwkeuken of een nieuw behang en er was geen vrouw in de buurt om hem over te halen tot een verbouwing.

Van buiten ziet de boerderij van Ferd er uit als veel boerderijen. Hoogstens trekken de versierde daklijsten de aandacht, maar dat is niet waar de Raad voor cultuur zo juichend over is. Evenmin is dat het groene behang of de bedstee.Het is mede de boerderij ernaast die Anthoniushoeve zo bijzonder maakt. Met de dichtgespijkerde ramen en de half omgevallen resten van het toegangshek ziet Sophia’s hoeve er vervallen uit. Over deze hoeve is de Raad voor cultuur zo mogelijk nog enthousiaster, maar het is de combinatie die de status Rijksmonument heeft opgeleverd.De boerderijen zijn met een tussenpauze van enkele jaren gebouwd: Sophia’s hoeve in 1883, Anthoniushoeve in 1889. In die zes jaar veranderde de bouwtechniek bij het maken van houten daken. Anthoniushoeve heeft dan ook een andere dakconstructie van Sophia’s hoeve en allebei de kapconstructies zijn zeldzaam. Uniek, twee hoeves, allebei origineel, allebei net even anders, vinden architectuurhistorici. En die noemen dan ook het ventilatiesysteem, de binnenluiken, de resten van de oorspronkelijk houten achterwand, het waterfornuis, de hooiberg, de zomerhuizen, het glas in lood, de indeling van het erf. Welke boerderij heeft dat nog?

Samen herinneren ze aan het agrarische verleden van Duivendrecht, aan de tijd dat de boeren van Duivendrecht, en dus ook de vader van Ferd, met paard en wagen hun melk en karnemelk naar de Amsterdamse melkboeren brachten. Daarom moeten de boerderijen niet verplaatst worden naar een openluchtmuseum zoals in Arnhem, maar moeten ze juist hier blijven staan, vlak bij het moderne station en tegen de katholieke Urbanuskerk aan.

De hooiberg van boer Ferd grenst zo ongeveer aan het priesterkoor van de kerk. De katholieke familie Van Schaick kon zo achterom de kerk binnenglippen. Ferd is zijn leven lang dan ook nauwelijks het erf af geweest.De gemeente Ouder-Amstel vond dat de boerderijen gesloopt moesten worden. Vijf jaar geleden zegde ze de pacht op en de boeren van de beide hoeves, Willem en Ferd, zouden ieder moeten verhuizen, op hun oude dag. Daartegen kwam de stichting Oud-Duivendrecht in opstand. Twee jaar geleden kreeg die het voor elkaar dat de boerderijen in ieder geval zouden blijven staan zolang Willem en Ferd er wilden wonen.

Op de dag van de zitting kwam de politie aan de deur bij mevrouw Ans Quirijnen van de stichting Oud-Duivendrecht. Met haar visitekaartje, nog nat van het water van het Sneekermeer. Dat had Willem bij zich gehad. Wrang genoeg keerden just door zijn zelfmoord de zaken snel ten goede, zegt Ans Quirijnen. Het resulteerde in het uitroepen van de rijksmonumentenstatus.Nu is Ferd nog de laatste boer van Duivendrecht. Bedankt, zegt hij nog maar eens tegen Ans Quirijnen van de stichting Oud-Duivendrecht. Daarna gaat hij verder met schoffelen bij een van de schuurtjes.

Voor de boerderij waar boer Willem gewoond heeft, Sophia’s hoeve, is een koper gevonden. Geen boer, maar dat kan ook niet meer. Er komt een beeldentuin bij de boerderij. Wat er met het land achter de boerderijen gaat gebeuren is nog onduidelijk. Ans Quirijnen blijft alert. ,,We zijn allang verkocht aan Amsterdam.”Maar volgens gemeenteambtenaar Van Putten van de gemeente Ouder-Amstel komen er de komende twintig, dertig jaar geen huizen en blijft het een ‘weitjesgebied’. ,,Er is zoveel weerstand tegen dat plan gekomen dat je je als gemeente afvraagt voor wie je dan eigenlijk bouwt.” Zijn reactie op het verlenen van de Rijksmonumentenstatus: ,,We kunnen ermee leven.” Maar hij vraagt zich wel af wat iemand toch bezielt om die oude hoeve te kopen.