De dorpskern Duivendrecht is ontstaan tijdens de middeleeuwse veenontginning en heeft zich ontwikkeld langs de vroegere Duivendrechtsche Laan, de huidige Rijksstraatweg. De Rijksstraatweg loopt van treinstation Duivendrecht tot aan de Weesper Trekvaart. De as met een relatief breed en groen straatprofiel bepaalt als drager in sterke mate de stedenbouwkundige structuur van Duivendrecht. De verstedelijking heeft langs deze as een divers architectuurbeeld opgeleverd. De lintbebouwing was van oorsprong agrarisch van karakter en werd gedomineerd door boerderijen. Er zijn nog enkele boerderijen behouden en een paar (land)arbeidershuisjes.
Vanaf circa 1920 zorgde de bouw van forensenwoningen langs het lint voor een veranderend architectonisch beeld. Een deel is uitgevoerd als twee-onder-één-kap en een deel als rijenwoning. Deze kleinschalige planmatige woonblokken zoals aan de Kloosterstraat, Korenbloemstraat, Plataanstraat en Burgemeester Van Damstraat zorgde vanaf die tijd voor een straatbeeld met een meer traditionele bouwstijl verwant aan de Amsterdamse School.
Deze bouwstijl is herkenbaar aan zorgvuldig vormgegeven en afwisselend gedetailleerde gevels in donker metselwerk met kleine ramen en plastiek in de vorm van erkers en kleine uitbouwen. Door de volgroeide voortuinen en bomenrijen hebben de zijstraatjes een groene uitstraling.
Na de Tweede Wereldoorlog is met de uitbreiding van Duivendrecht en uitbreidingen aan de Rijksstraatweg een divers bebouwingsbeeld ontstaan, waarbij de continuïteit en groene inrichting van de as bepalend is gebleven. Langs de Rijksstraatweg staan nog enkele oudere gebouwen, waaronder de volgende monumentale ensembles:
- de R.K. Urbanuskerk met bijbehorende pastorie, de rijksmonumenten Antoniushoeve en Sophia’s Hoeve (Wintershoven), herberg Lotgenoten en de tegenover liggende lage huisjes,
- de Kleine Kerk, de Oude School, het schoolmeesterhuis en – enigszins verscholen – aan de overkant: het voormalige cachot en het spuithuis.
De waarde van de Rijkstraatweg bestaat uit de oorspronkelijk belangrijke route tussen Amsterdam en Utrecht, de functie van ruimtelijke structuurdrager en diversiteit aan bouwstijlen en stedenbouwkundige inzichten uit opeenvolgende decennia.
Kernkwaliteiten
- De Rijksstraatweg als ruimtelijke structuurdrager en van oorsprong belangrijk route tussen Amsterdam en Utrecht.
- Samenhang en continuïteit in de openbare ruimte met een relatief breed en groen straatprofiel.
- De historische bebouwing van twee monumentale ensembles rond beide kerken met daartussen het rijksmonument boerderij Mijn Genoegen.
- Het groene gebied, bekend onder de naam Weitjespark, een residu van het oude veenweidegebied.
- Schaal, uitstraling en samenhang van woningbouw uit de periode 1920-1940 is bepalend voor het straatbeeld vanwege de traditionele architectuur verwant aan de Amsterdamse School.
- De bebouwing uit de gehele 20e eeuw die de architectonische en stedenbouwkundige ontwikkelingen van deze periode toont.
Welstandsregime
De wijk is bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op het zorgvuldige beeld van de aan de Amsterdamse School verwante architectuur.
Regieniveau
Voor de lintstructuren is een maatwerkregie van toepassing. Inzet is behoud van de cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuren, ensembles en elementen. Hierbij is ruimte voor nieuwe ingrepen, zolang de kernkwaliteiten worden versterkt en in ieder geval niet worden geschaad.
Gebiedsbeschrijving
De Rijksstraatweg is de as van Duivendrecht en loopt van het gelijknamige station tot aan de Weespertrekvaart. Langs de weg staan blokken woningbouw in een stijl verwant aan de Amsterdamse School: zorgvuldig en afwisselend gedetailleerd in donker metselwerk met kleine ramen en plastiek in de vorm van erkers en kleine uitbouwen. De as bepaalt als drager van de stedenbouwkundige structuur sterk het gezicht van de wijk. De woningen zijn ruim. Een deel is uitgevoerd als twee-onder-één-kap en een deel als rijenwoning. Naast de Rijksstraatweg vallen ook de Abeelstraat, de Populierstraat en een deel van de Molenkade in het gebied. In de buurt van het station staan enkele oudere gebouwen, waaronder een kerk en boerderijen.
Waardebepaling, beleid en ontwikkeling
De ruimtelijke structuur met daarin afwisselende bebouwing uit de jaren twintig en dertig maken de wijk een waardevol gebied in de gemeente. Het beleid is gericht op het behoud van de verschijningsvorm van de architectuur en de stedenbouwkundige samenhang staan voorop bij het beoordelen van de plannen Grootschalige ontwikkelingen zijn in dit gebied niet te verwachten. Bouwaanvragen zullen zich in het algemeen beperken tot kleine wijzigingen aan of bij bestaande bebouwing, die goed ingepast moet worden in het bestaande beeld.
Ligging
- De woningen zijn met de voorgevel georiënteerd op de straat
- bijgebouwen en zijaanbouwen aan de achterzijde van het erf en tenminste drie meter terug van de voorgevelrooilijn
- lichte verspringingen in de rooilijnenbehouden
Massa en vorm
- de bouwmassa voegt zich in maat en ritme naar de omliggende bebouwing
- de individuele woning binnen een rij is een herkenbaar deel van het geheel
- dakkapellen vormen een zelfstandig herkenbaar deel
- erkers opnemen in de plastiek van de gevel
- aanbouwen en opbouwen blijven onder of boven de lijn van de daklijst
- aanpassingen aan de voorzijde van woningen die onderdeel vormen vaneen ensemble zijn in relatie tot het gehele ensemble te beoordelen
- bij aanpassingen aan vrijstaande gebouwen moet de hoofdvorm van het gebouw goed herkenbaar blijven
Detaillering
- de herhalingen in gevelritmiek en dakopbouw handhaven
- aanbouwen en opbouwen lijnen aan het bestaande gebouw en belendingen
- de hoofdmassa is duidelijk geleed
- daken beëindigen met een lijst
- kozijnen, dakgoten, daklijsten en dergelijke zijn zorgvuldig gedetailleerd en in maatvoering en architectuur afgestemd op de karakteristiek van de hoofdmassa
Materiaal
- de hoofdmassa is van rode baksteen of een vergelijkbaar materiaal
- aanbouwen en bijgebouwen zijn van rode baksteen of hout
- boven gevelopeningen rollagen of slanke betonlateien
- kozijnen en dakkapellen zijn van hout
- het kleurgebruik wijkt niet sterk af van dat van de belendende panden
- geen plaatmaterialen (behalve als terugliggende panelen zonderzichtbare bevestiging)